dinsdag 28 juni 2011

0.19: De slag om... (1)

...een hypotheekkrediet. Een tweede hypotheekkrediet, wel te verstaan. Voor mij is dit een voordeel, want omdat ik de hele procedure al heb doorlopen toen ik onze bouwkavel in Otwock kocht, weet ik al min of meer wat mij te wachten staat: veel bureaucratie (banken gedragen zich in Polen verdacht veel als ambtenaren), domme en zinloze procedures (zoals even een week mijn credit-card afsluiten omdat mijn kredietwaardigheid anders te laag is) en vooral: wachten.

En laat wachten nou net iets zijn waar ik een ontzettende hekel aan heb. Wachten is namelijk feitelijke tijdverspilling. Het is nog tot daaraantoe als je tijdens dat wachten andere zaken kunt regelen ter voorbereiding van de bouw, maar zelfs dat is op dit moment niet meer het geval.

Gisteravond heb ik uitgebreid gesproken met de geodeet (volgens de Van Dale is dat iemand die zich bezighoudt met geodesie, oftewel de wetenschap die zich bezighoudt met het bepalen van de grootte en de vorm van een gedeelte van het aardoppervlak; wanneer het door rechtstreekse terreinmeting geschiedt, spreekt men van landmeetkunde) die geodetische punten of lijnen gaat markeren op onze bouwkavel. Voordat hij dit kan doen, heeft hij officiële stafkaarten van de districtsautoriteiten nodig. Juist, wachten dus.

De aannemer met zijn bouwploeg zijn er ook klaar voor, alleen die wachten niet. Die zijn maar even ergens een kleiner klusje gaan doen. Met de aannemer moet ik het wel nog eens goed hebben over de prijs, want daar is hij vooralsnog wat vaag over. Ik vermoed dat hij een aantal bouwvakkers in dienst neemt die per dag betaald worden - wat mij betreft prima, maar wel met duidelijke afspraken (lees: een contract) omdat het bouwtraject anders verdraaid lang kan duren.

In de vorige bijdrage schreef ik ook over het doen van aangifte van het voornemen om te beginnen met bouwen. Dit hebben we gedaan, waardoor het nu inderdaad slechts wachten is op groen licht van de bank.

Het laatste wat ik op dit moment heb te melden, is dat ik het wettelijk verplichte informatiebord heb gekocht. Op elke bouwplaats moet een dergelijk bord hangen met daarop gegevens van de investeerder, de bouwopzichter, wat er gebouwd wordt, enz.

donderdag 16 juni 2011

0.18: ...een bouwopzichter...

De volgende stap die gezet moet worden, is het aannemen van een bouwopzichter (in het Pools: kierownik budowy). Op zich is dit natuurlijk niet vreemd te noemen. Het is voor de hand liggend dat de wetgever graag wil dat er door een vakkundig iemand toezicht wordt gehouden op de bouw... en volgens mij vindt de investeerder dat ook niet zo'n probleem.

In veel gevallen is de bouwploeg die het huis komt bouwen „inclusief bouwopzichter”, maar dit is niet altijd het geval. Wanneer dit wel zo is, betekent dit dat je als investeerder het risico loopt dat de bouwopzichter meer de belangen van de bouwploeg behartigt dan die van de investeerder. Daarom is het aan te raden om in zo'n geval een apart contract te ondertekenen met een inspecteur bouwtoezicht (in het Pools: inspektor nadzoru budowlanego).

Omdat „onze bouwploeg” niet direct samenwerkt met een bouwopzichter, moest ik deze dus apart zoeken. De zoektocht leidde ons naar meneer Olszewski. Sympathieke man, alle papieren kloppen, dus vanmorgen heeft hij de verklaring ingevuld dat hij de plichten en verantwoordelijkheden als bouwopzichter op zich neemt.

We zijn nu weer een beetje dichter bij het doel. Wat moet er nu nog gebeuren?
  • Vastleggen bouwploeg: Dit is hopelijk bijna rond, maar een en ander moet nog worden vastgelegd (hopelijk volgende week);
  • Aangifte doen van begin bouw: Tenminste 7 dagen voordat de bouw daadwerkelijk begint, dient aangifte gedaan te worden bij het Districtsinspectoraat voor Bouwtoezicht van het voornemen om deze bouw te beginnen. Als het goed is, gebeurt dit morgen;
  • Afspraak maken met landmeter: Wanneer het echte werk begint, zet de landmeter de eerste stap. Hij moet de paaltjes in de grond slaan die aangeven waar het huis komt te staan;
  • Hypotheekkrediet: Een beetje geld is ook wel handig tijdens het bouwen - later meer.

dinsdag 7 juni 2011

0.17: ...ik zei: een bouwjournaal...

Wederom voel ik mij gesterkt in mijn opvatting dat een gigantisch aantal ambtenaren in Polen onmiddellijk vervangen dient te worden. Of misschien moet hun functie gewoon opgeheven worden. Indien talloze onnodig gecompliceerde, bureaucratische procedures tegelijkertijd zouden worden vereenvoudigd, zou Polen absoluut stukken beter gaan functioneren. Het verkrijgen van een bouwvergunning en de daaraan verwante processen zijn hier een uitstekend voorbeeld van. In plaats van 3 instellingen en een tiental ambtenaren zou dit hele proces ook prima kunnen worden uitgevoerd door 1 (één) ambtenaar.

Dagdromen is altijd leuk. Voorlopig zal er geen sprake zijn van een aanzienlijke inkrimping van het Pools ambtelijk apparaat. Voor de omwenteling in 1989 was het beleid in Polen dat er zo veel mogelijk werk moest zijn. Er bestond in de socialistische / communistische ideologie immers niet zoiets als werkloosheid. Na 1989 veranderde de Poolse Volksrepubliek in de Derde Poolse Republiek. Er kwam een andere regering, democratische verkiezingen... maar de verrotte mentaliteit bleef.

Dinsdag 31 mei lukte het om het bouwjournaal op te halen, maar (geheel volgens de traditie bij het Starostwo Powiatowe) niet zonder slag of stoot. Ambtenaar 1 vroeg wat ik wilde. Een bouwjournaal. Ambtenaar 2 ging het bouwjournaal zoeken. „Die is nog niet klaar,” was het enkele tellen later. Arno, tanden op elkaar, sterk zijn en niet opgeven. „Vrijdag is mij telefonisch bevestigd dat hij klaar is.”

Verdorie, een moeilijke interesant. Dit woord zie je in Polen redelijk vaak, uiteraard voornamelijk bij overheidsinstellingen. Volgens het woordenboek is een „interesant” een „klant, koper (afnemer), (form.) cliënt”. Het kan ook nog erger, want soms ben je een petent. Alhoewel dit een erkend Pools woord is, klinkt het voor mij alsof ik uitgescholden wordt. Volgens het woordenboek is een „petent” een „rek(w)estrant”. Tja, daar had ik dus de Van Dale voor nodig: „iem. die rekestreert, die een verzoekschrift heeft ingediend.”

De blik van ambtenaar 1 mag gekwalificeerd worden als een algehele desinteresse. Ze onderzocht een andere stapel en gaf mij mijn bouwjournaal. Bedankt, nu nog graag mijn volmacht. Ik ben immers nog altijd geen eigenaar van de bouwkavel en verricht alle handelingen op basis van een notariële volmacht van Asia. Wel zo handig als ik haar niet overal mee naar toe hoef te slepen. De notaris gaf ons twee afschriften van de volmacht.

Ambtenaar 1: „De volmacht krijgt u niet terug, ik houd het origineel.”
Ik: „Dat is helemaal nergens voor nodig, ik wil die volmacht terug, het is mijn laatste exemplaar.”
A1: „Bij de notaris kunt u een nieuw exemplaar regelen.”
Ik: „Uitsluitend als u de kosten daarvoor wilt vergoeden.”
A1: „Ik mag geen kopie accepteren van een document dat ik zelf niet heb gemaakt.”
Ik: „U kunt nu een kopie maken en zelf verklaren dat de kopie conform het origineel is.”
A1: „Nee, dat kan niet.”
Ik: „Mijn vorige volmacht bevindt zich hier in ditzelfde pand toen ik de bouwvergunning aangevraagd heb. Waarom moeten er twee volmachten in ons dossier zitten?”

Met een nors gezicht doorzocht ambtenaar 1 de stapel papieren. Al snel vond ze de vorige volmacht.

A1: „U hoeft daar mij niet voor aan te vallen. Ik heb uw aanvraag voor de bouwvergunning niet afgehandeld. Bovendien vraagt u zelf om dit soort problemen omdat u zo lang wacht met bouwen.”
Ik: „Wanneer ik wel of niet begin met bouwen is mijn zaak en zeker niet de uwe.”
A1: „Dat klopt, maar u hebt geluk dat u het net haalt; u hebt immers twee jaar de tijd na afgifte van de bouwvergunning.”
Ik: „U bedoelt drie jaar.”
A1: „Nu drie jaar ja, maar voorheen twee jaar.”

Zo, hier heb je je volmacht. En nu opdonderen.

Ik: „Kunt u mij nog vertellen hoe ik de eerste pagina invul?”
A1: „Mijn werk is om u een bouwjournaal te geven, daar stopt mijn verantwoordelijkheid.”

Bovenstaand gesprek is een correcte weergave zoals het daadwerkelijk heeft plaatsgevonden en eigenlijk vind ik dat dieptriest. Ik had nog een klacht in kunnen dienen bij de directeur van de betreffende instelling, maar aangezien ik ooit weer bij deze instelling op bezoek moet...